Kübra en Selen onderzoeken de kwaliteit van het slootwater in de Bourgoyen.

Kübra meet het gehalte aan fosfaten, een restproduct van onze wasmiddelen.

 

 

 

 

 

 

Samen met hun klasgenoten van het derde middelbaar,  onderwerpen Kübra en Selen het slootwater  van het Gentse natuurreservaat  ‘de Bourgoyen’  aan een grondige kwaliteitscontrole.  Met een kritische ingesteldheid  meten ze  welke chemische stoffen er zo al in het water voorkomen en wat de impact daarvan is op de slootbewoners.  Fosfaten, nitraten , zuurtegraad,  temperatuur … niets ontsnapt de wetenschappelijke benadering van deze gedreven onderzoekers.  Met chemische proefjes  krijgen ze een mooi beeld van de abiotische factoren die het leven in de sloot bepalen.

Selen en Beni  voeren de aartsmoeilijke bepaling van het gehalte aan zuurstofgas uit, de basis van alle leven.

Om te weten wat er nu ook echt in leeft, wordt het schepnet boven gehaald.  Terwijl de grotere dieren  als het bootsmannetje  en de gi-gan-ti-sche (!) waterschorpioen onder een loep bestudeerd worden, komt het piepkleine plankton van algjes en eencelligen  tot leven onder  de microscoop. Kleine en grote wezentjes zijn onlosmakelijk verbonden in hun ecosysteem;  dat noemen we de ‘biotische factoren’.

Silke  probeert de waterorganismen te overtuigen zich beschikbaar te stellen voor de wetenschap.

Wanneer alle onderzoeken afgerond zijn, worden de resultaten samengebracht en trekken deze jonge wetenschappers hun conclusie: de Gentenaars mogen gerust zijn,  de waterkwaliteit van de sloten in de Bourgoyen is uitstekend!

Back to top

Geef een reactie